Theorie en praktijk zijn in het beroepsondewijs belangrijke begrippen. Maar wat verstaan we eronder: een situatie, een inhoud, een proces, ... ?

Elk van de zeven aspecten van competentie heeft een eigen vorm van reflectie. Voor elke vorm van reflectie is een sleutelvraag geformuleerd.

Op de grens van ons bewustzijn voelen we meer aan dan we begrijpen. Dat betekent niet dat praktisch leren altijd het meest effectief of efficiënt is.

Bij bewustzijn is sprake van dingen die je aanvoelt en dingen die je begrijpt. Het aanvoelen van iets loopt vaak voor op het begrijpen van iets.

Training behoeft structuur, de leraar moet daar voor zorgen. Het programma van praktijkleren heeft ook behoefte aan structuur, daar moet de manager voor zorgen.

Bij trainen is structuur heel belangrijk. het is nuttig er even bij stil te staan, want vaak herken je structuur niet.

Trainen is nodig om competentie te verwerven. Is trainen of oefenen voor elk aspect van competentie hetzelfde?

Concluderen, kiezen en oordelen zijn verschillende manieren van beslissen en van omgaan met onzekerheid. Of iemand dat beheerst en passend inzet is eigenlijk eenvoudig te toetsen.

Van organisaties 'waar geen fouten gemaakt mogen worden' weten we dat trainen van opmerkzaamheid de voorwaarde is voor leren oordelen.

Het concept van Kant geeft een logische verbinding van theorie en praktijk. Dit concept geeft nieuwe mogelijkheden bij het begrijpen en ontwikkelen van een ondernemende houding.

Volgens Kant leidt het verbinden van reine Vernunft (theorie) en praktische Vernunft (praktijk) tot oordeelsvermogen. Met dit dualistisch concept kunnen allerhande losse einden van cgo worden verbonden. Het geeft de mogelijkheid om onzekerheid op een beheersbare manier centraal te stellen.

Het beroepsonderwijs probeeert om tal van manieren om theorie en praktijk te verbinden. Maar daar zit weinig lijn in ... mogelijk omdat er geen helder idee is over oordeelsvorming.

Een van de doelstellingen van het Studiehuis was de realiteit van de praktijk van het leven binnen het curiculum te halen. Hoe werd dat aangepakt? En wat werd daarbij geraakt?

Mensen gebruiken de beelden van eerdere ervaringen (Gestalts) voor hun toekomstig handelen. Is handelen op basis van Gestalt 'de' manier om met onzekerheid om te gaan?

Volgens Biesta zijn twee soorten oordeel van belang. Oordelen over iets goed doen en oordelen over het doen van het goede. Door onderwijs smal op kwalificaties te richten gaat het mis, vindt hij.

Beroepssituatie zijn onvoorspelbaar en veranderlijk. Daarom is oordeelsvermogen een belangrijk aspect van competentie.

Vanwege onzekerheid over de maatschappelijke ontwikkeling moeten burgers voor zichzelf en voor medeburgers op kunnen komen.

Kon je vroeger nog zeggen wat je ging worden, nu is dat moeilijker. Is dat ook zo met wie je bent?

Het omgaan met onzekerheid is wellicht het opvallendste kenmerk van competentie. Het is volgens ons de enige echte reden voor de invoering van competentie en cgo.

Hoe kan het onderscheid tussen kiezen, redzaamheid en oordeelsvermogen helpen bij het uitvoeren van een assessment? Het zien van (on)bewust (on)bekwaam handelen.

Veronderstel dat iemand er 3 jaar over doet om startbekwaam te worden en drie jaar later vakbekwaam kan zijn. Hoe kunnen de verschillen in competentie dan worden benoemd?