foto

Wat is het punt

dr. ir. Jos Geerligs, 06 2347 9681, info@raccent.nl 

Veronderstel deze opgave: ‘Karel werkt elke dag van de week 1.200 minuten. Hoeveel uur werkt hij per week?’ Het logisch antwoord is 1.200*7/60 = 140 uur. Maar zulke opgaven komen in gangbaar onderwijs niet voor omdat ze onrealistisch zijn. 
Veronderstel dat een leraar deze opgaven toch maakt. Leerling 1 antwoordt: ‘140 uur, maar dat kan niet.’ Leerling 2: ’14 uur.’ Leerling 3: ‘140 uur.’ Het antwoord van leerling 1 is logisch én realistisch. Echter, maakt leerling 2 een grotere fout dan leerling 3?
Kijken we naar de toeslagenaffaire, dan zijn daar mensen aan het werk met type 3 antwoorden: mensen die hun werk rechtvaardigen met logica al is het werk niet realistisch.

Het voorgaande illustreert de kern van een enorm maatschappelijk probleem. In het dagelijks leven lopen mensen aan tegen trage procedures, formele standpunten, strikte wetten en rigoureuze algoritmen. De slachtoffers kunnen niet geholpen worden omdat de mensen achter de procedures, formaliteiten en algoritmen geen afwegingen kunnen, durven, mogen of willen maken. 
Zijn procedures, formaliteiten en algoritmen dan fout? Nee! Neem bijvoorbeeld de rechtspraak. Daar is een rechter die recht spreekt met in acht neming van de wetten. Hij heeft zogenaamde discretionaire ruimte. Waar de letter van de wet niet realistisch is, kan hij in de geest van de wet afwegingen maken. 
Wat speelt hier? Procedures, formaliteiten, wetten en algoritmen zijn gebaseerd op een logische ordening van feiten. Nu het punt: hoe logisch een ordening van feiten ook is, zij is nooit de werkelijkheid zelf. Het gevolg is dat mensen altijd moeten afwegen of logica en realisme bij elkaar komen. De rechter kijkt naar de logica van de wet en naar het realisme van een aanklager en een beschuldigde. Conclusie: iedereen die met procedures, formaliteiten, wetten en algoritmen te maken heeft, zou afwegingen moeten maken.

Welnu, zoals hierboven al is gesteld: de mensen achter de procedures, formaliteiten, wetten en algoritmen kunnen, durven, mogen of willen vaak geen afwegingen maken. Ze kunnen het soms niet omdat ze wel de regels maar niet de realiteit kennen. Ze durven het soms niet omdat ze dan verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun conclusie. Ze mogen het soms niet omdat superieuren eisen dat iedereen ‘gelijk’ wordt behandeld of menen dat in een praktische situatie transparantie hetzelfde is als logische eenduidigheid. Ze willen het soms niet omdat ze geloven dat de logica van regels een weergave is van de werkelijkheid. 
Bovenstaande speelt bij regeerakkoorden, toeslagenaffaire, arbeidsinspectie, waarderen van leerlingen, beëindigen van abonnementen en wachten ‘s nachts bij het rood van een voetgangersoversteekplaats op een verlaten kruispunt. Het speelt bij grote en kleine ergernis en het speelt overal waar regels zijn. In het dagelijks leven spelen mensen vaak eigen rechter en dat heet dan burgerlijke ongehoorzaamheid. Dit is al de omgekeerde wereld, want waarom is de logica ‘goed’ en het realisme ‘fout’? 
Mensen hebben ongemerkt geleerd dat logica ‘goed’ is en realisme ‘fout’. Het is gewenst dat een leerling logisch leert redeneren, maar waarom leert hij daarnaast niet of de uitkomst van een redenering of standpunt van iemand realistisch is? Waarom stinken mensen in mooie maar onrealistische verhalen van influencers en volksmenners? Het antwoord staat hierboven. 
Maar het is erger. Leraren leren dat begrijpend lezen en rekenen gaat over de logica van taal en conclusies en niet over het realisme en de evenwichtigheid ervan. Wanneer een leerling zou uitrekenen dat iemand per week 140 uur werkt, dan zou hij er automatisch bij moeten schrijven dat dat niet realistisch is. De leraar zou altijd om een toets op realisme moeten vragen. Het huidige opleiden doet te weinig aan de vorming van realisme.

Verwerven van bekwaamheid

Op deze site heb ik sinds 2006 geschreven over de realisatie van competentie. Op deze plaats zijn over het 'doen verwerven' van bekwaamheid korte beschrijvingen van inhoudelijke en methodische aard geplaatst. Door interactie over dit onderwerp bij de begeleiding van leraren zijn alsmaar vragen en en daarop dus ook antwoorden blijven komen. Een bundeling daarvan heeft geleid tot brochures als 'Hoezo competentie?' (16 p.), 'Door praktisch en politiek gehannes met de realisatie van competentie is het woord omstreden geraakt. Ik ben het daana bekwaamheid gaan noemen.

Bovenstaand praktisch werk is door studie en discussie verdiept. De praktijk noopte daartoe. Hoe komt het bijvoorbeeld dat sommige leraren 'als vanzelf' met een leerling een gesprek over bekwaamheid kunnen voeren, terwijl anderen het ondanks uitleg en oefening een 'uitdaging' blijven vinden. Zeg maar een probleem. Theo van Geffen en ik hebben 1.200 pagina's volgeschrteven over reflectie, realisme en bekwaamheid om daarna het bovenstaand probleem terug te brengen tot de volgende constatering. Aan de keukentafel of over de heg kan iedereen omgaan met de volgende reflectievragen: 'Heb jij dat gezien - vind je dat normaal?' 'Begrijp je dat nou?' en 'Wat zou jij doen?'. Maar in een gesprek met een leerling lukt het veel leraren niet om met deze 'werkvragen' een keukentafelgesprek te voeren! Over deze drie werkvragen zijn drie onderzoeksvragen relevant. 1) Hoe is het mogelijk dat alle vragen in een informeel gesprek zijn terug te brengen tot bovenstaande drie werkvragen? 2) Hoe is het mogelijk dat in het sociaal verkeer bijna iedereen heeft geleerd deze drie vragen 'als vanzelf' te gebruiken? 3) Hoe komt het dat het voor veel leraren lastig  blijkt om in formele situaties deze drie vragen te stellen zoals aan de keukentafel?

In het boek 'Leren van betekenis - De kracht van curriculair bijpraten' zijn de drie onderzoeksvragen beantwoord.  Volgens Theo en mij zijn de antwoorden van belang voor iedereen die met onderwijs te maken heeft. Wij menen dat 'bijna alle onderwijsvernieuwing' stagneert omdat ontwikkelaars en toepassers de antwoorden niet kennen of negeren. Over het boek is meer te lezen in het tweede tabblad van deze site. 

De andere bladzijden van deze site zijn nog geblokkeerd. We willen de eerder geschreven teksten van de volgende uitgangspunten voorzien. Herinneren is ophalen waarnemingen en reflecteren is toetsen van indrukken van die waarnemingen. Mensen leren namelijk door het gebruik van twee zintuiglijke vermogens: het plaatsen van waarnemingen in ruimte en tijd, en van drie mentale vermogens: het toetsen van die waarnemingen op realisme, logica en doelmatigheid. Herinneren is ophalen van de waarneming van een gebeurtenis. Reflecteren is het toetsen van de indrukken van die herinneringen aan de indrukken die een ander ervan heeft. Met dit uitgangspunt zullen de eerdere beschrijvingen van inhoudelijke en methodsche aard bij het verwerven van bekwaamheid worden verbeterd.

De bijdragen op deze website gaan Theo en ik reviseren, ook de inhoud onder de tabs:

Aantallen bezoeken

450 op 12-1-2007; 4.500 op 15-6-2008; 45.000 op 9-9-2013.

Huidig aantal:

Free Website Hit Counter

Reactie

Betekenis

Sla de krant open, dat is mijn medium en ik lees over betekenis. Maar ook op sociale media zie ik niet anders. De aangewaaide Facebook- en Twitterberichten poneren louter betekenis, maar noemen...

Recent

Vergissingen

In zijn afscheidsrede op vrijdag 25-11-2022 ging Paul Frissen in op zijn vergissingen. Als bestuurskundige had hij voldoende vergissingen bij de hand en dat niet alleen van anderen. De...

Recensie

Bekend maar niet gekend

"Alleen omdat iets bekend is, is het nog lang niet gekend, want kennen overstijgt het vertrouwd-zijn." Neem bijvoorbeeld onderwijs. Onderwijs is bij iedereen bekend, maar wordt in zijn aard niet...

R accent   •   Zwenkgras 45   •   2804 NG    •   Gouda   •   tel. +31 182 546 096   •   mob. +31 623 479 681   •   info@raccent.nl